51. DONDER (*) Wilhelm vertaling
hexagram 51 groen
 
Ontwikkelend.
Zodra donder komt: 'foo' 'foo',
opvrolijkende woorden, 'ha' 'ha'.
De donderklap schokt honderden mijlen,
maar doet de lepel met offerwijn niet verliezen.
 
 
 
Zes verhoogd:   Donder strooide schichtig kijkenden;
    met verblindende opwinding optrekken is een valkuil.
    Het gedonder niet bij jezelf maar bij de buren was er
    geen blaam; associatie verwikkelde in kritisering.
     
5e zes:   Donders gaan en komen met gedachten aan
    slijpsteengevaar; zonder verlies behoeden van iets.
     
4e negen:   Donder wordt de modder ingeleid.
     
3e zes:   Donder doet sidderen en beven, donderend gaand
    is er geen vertroebeling.
     
2e zes:   Met donder komt de slijpsteengevaar-gedachte
    schatten te verliezen.
    De hoge berg betredend
    jaag je geen zeven daagse winst na.
     
Negen onderaan:   Zodra donder komt: 'foo' 'foo',
    achteraf opvrolijkende woorden, 'ha' 'ha', fortuinlijk.
     
 
(*)
  De gangbare duiding van als Lente/ochtendontwaken
    symboliek lijkt hier misplaatst, terwijl het overleverde
    'donder' daarentegen wél klopt met de chronologische
    plaats van dit hexagram (in zomer/namiddag).
     
 

home