Zes verhoogd:
.
.
.
.
5e zes:
.
.
4e negen:
.
3e zes:
.
.
2e zes:
.
.
.
.
Negen onderaan:
.
.
Donder strooide schichtig kijkenden;
met verblindende opwinding optrekken is een valkuil.
Het gedonder niet bij jezelf maar bij de buren was er
geen blaam; associatie verwikkelde in kritisering.
.
Donders gaan en komen met gedachten aan e
slijpsteengevaar; zonder verlies behoeden van iets.
.
Donder wordt de modder ingeleid.e
.
Donder doet sidderen en beven, donderend gaande
is er geen vertroebeling.
.
Met donder komt de slijpsteengevaar-gedachtee
schatten te verliezen.
De hoge berg betredend
jaag je geen zeven daagse winst na.
.
Zodra donder komt: 'foo' 'foo',
achteraf opvrolijkende woorden, 'ha' 'ha', fortuinlijk.
.