Schoudering (****) van 's hemels wijde vlakke weg; |
ontwikkelend. |
. |
De
slagtanden (**) van het schreeuwende zwijn (***)e |
zijn fortuinlijk. |
. |
De protectieband van een stierkalf creëert fortuinlijk.e |
. |
Een goed paard volgt,e |
begenadiging wortelt in
divinatie; dagelijks oefenend |
in afschermen van de wagen. |
Begenadiging heeft een verre bestemming. |
. |
Een wagen, gescheiden van diens centrale as.e |
. |
Er dreigt slijpsteengevaar; begenadiging stopt. |
. |