Verzaak geleerdheid en ge zult vrij van zorgen zijn. |
Hoe groot is het verschil tussen 'ja graag' en 'zeker niet'? |
Hoeveel is er tussen schoon en lelijk? |
Wat het persoonlijke aanjaagt, |
maakt ook dat anderen gevreesd moeten worden. |
... |
O, de verwildering; ze kent geen beperking! |
Genietend is de menigte, als bij het grote stieroffer. |
Stralend van lust, als wie in de lente terrassen bestijgt. |
... |
Ik alleen lig stil, nog zonder teken. |
Als een baby die nog niet geglimlacht heeft. |
Hoe lusteloos, als niet wetende waarheen me te wenden. |
... |
De menigtes hebben over, ik alleen schijn gebrek te hebben. |
Mijn geest is als de dwaas; troebel, chaotisch. |
De persoonlijken zijn helder, ik alleen schijn in duister. |
De persoonlijken zijn nauwlettend onderscheidend, |
ik alleen ben vaag en bot. |
... |
Vormloos ben ik! Als de oceaan. |
Hoe ongevormd! Alsof ik in niets kan sederen. |
... |
De menigen zijn bestemd. |
Ik alleen ongeleerd en koppig als een boer. |
Maar slechts mijn begeerten verschillen van anderen, |
want ik waardeer het gevoed te worden door de Moeder. |
... |