Wie de haan kennend zich houdt aan de hen, |
is een dal voor allen onder de hemel. |
Wie een dal voor allen onder de hemel is, |
zal het aan durende deugd niet ontbreken. |
... |
Wie het niet ontbreekt aan durende deugd, |
zal terugkeren naar de staat van zuigeling. |
... |
Wie hoogheid kent en verblijft in de schande, |
is een dal voor allen onder de hemel. |
... |
Wie een dal is voor allen onder de hemel, |
vloeit over van de durende deugd. |
... |
Wie overvloed van durende deugd heeft, |
zal terugkeren tot de staat van ongekunsteld hout. |
... |
... |
Wie het wit kent en het duister houdt, |
is de maat voor allen onder de hemel. |
... |
Bij wie de maat voor allen onder de hemel is, |
faalt de durende deugd niet. |
... |
Degene bij wie de durende deugd niet faalt, |
keert terug naar de staat zonder grenzen. |
... |
Wordt ongekunsteldheid aangewend, |
dan neemt ze een komvorm aan. |
... |
..........Bovenpersoonlijke aanwending overtreft de magistraten, |
..........want waarlijk groot cultiveren hakt niet. |
... |
... |