Indien ik een weinig kennis afgescheiden had |
en verheugd in het Tau ging zwerven, |
zou ik uiting hiervan vrezen. |
Het grote Tau is zeer vlak, |
maar de massa houdt erg van bergpaden. |
... |
Hoven zeer zuiverend; velden overwoekerd, graanschuren erg leeg. |
Zich toeleggend op kleding met rijk gekleurde franje, |
scherpe zwaarden omgordend, in spijs zwelgend. |
Een overdaad aan goederen en schatten hebben heet pralen met roof. (*) |
En Tau is voorwaar niet zo maar roof. |
... |
(*) Dit Chinese woord klinkt als Tau. |