De planeten die zich op dit 'Gele Pad' bevinden (zoals de Chinezen deze zonnebaan, |
de ecliptica, noemen) zijn: zon, mercurius, venus, mars, jupiter en saturnus. |
Vanuit de aarde i.p.v. de zon bezien verschijnt hun volgorde iets anders. Na de |
maan komen mercurius en venus. Dan de zon en daarachter mars, jupiter en |
saturnus. |
Bijgaande afbeelding geeft volledigheidshalve tevens de hiermee corresponderende |
metalen zoals die er algemeen in Oost én West mee geassocieerd werden en worden. |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
De zich verderaf bevindende planeten uranus, neptunus en pluto worden hierbij |
uitgezonderd. Ze bevinden zich buiten het direct (zintuiglijk) waarneembare, |
buiten de natuurlijke grenzen van het individu, zodat ze ook een andere |
benadering vergen. |
De maan behoort wèl tot deze sfeer, maar krijgt als satelliet van de aarde een extra |
betekenis die afzonderlijk beschouwd wordt. |
De uitdrukking 'Zon t/m Saturnus' zal in deze introductie nog vaker naar voren |
komen. Gaandeweg zal dit omvangrijke begrip aan inhoud winnen. |
Om alvast een indruk te geven: |
De planeten mercurius ( ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
behoren tot de invloedssfeer der zon ( ![]() |
ook in diens baan, de dierenriem. |
Mercurius, de planeet die het dichtst bij de zon staat en hier ogenschijnlijk haast in |
verdwijnt, is vergelijkbaar met de bescheiden dienaar, de laagst geplaatste. |
Saturnus, de planeet die het verst van de zon verwijderd is en hier ogenschijnlijk |
nauwelijks nog iets mee van doen heeft (met eigen satellieten, de saturnus manen) |
is vergelijkbaar met 'de schaduw' in tegenstelling tot het 'licht' van de zon. |
In tegenstelling tot Mercurius is Saturnus de hooggeplaatste, hoog tronende, |
hooghartige of zichzelf (tot keizer) verheffende. |
De Zon en diens planeten behoren allen tot het 'Rijk'. |
De Zon is hiervan de (onder)koning, wiens macht begrensd is door diens |
hardvochtige schuldeiser en wetgever Saturnus. De Zon vervult daarbij de |
centrum-rol en bevindt zich op de meest in het oog lopende positie. |
(C.G. Jung omschreef het ego als: 'Het centrum van het bewustzijnsveld'.) |
Saturnus bevindt zich niet in het centrum maar aan de grens. Niet in het |
licht maar in schaduw. Hoewel de Zon de positie van machtsdrager bekleed, |
met macht bekleed is, wordt de grens waarbinnen de zon deze rol kan vervullen |
door Saturnus bepaald. (Die dus vorst in de schaduw is.) |
Koning (Zon) is slechts degene die de lasten (Saturnus) van het Rijk draagt. |
Aan de planeten jupiter, venus en mars kan op soortgelijke wijze een plaats in |
de Rijkshiërarchie toegekend worden (zie ook de noten 8, 13 en 14). Zodoende |
heeft ook iedere planeet een of twee hiermee corresponderende 'eigen' |
werkterreinen. De verdeling der werkterreinen over de zeven persoonlijke planeten |
wordt reeds duizenden jaren als op nevenstaande afbeelding gedaan.Voor deze |
introductie kan deze verdeling echter beschouwd worden als bijzaak; slechts |
relevant voor de subtiele nuanceringen die in de woorden van beweeglijke |
hexagramlijnen geformuleerd zijn. Verdere uitwerking van deze astrologische |
associaties zou hier al snel te deterministisch worden en vereist teveel |
astrologiekennis/-ervaring om terloops uitgelegd te kunnen worden. |
Op de grens tussen persoonlijke- (Zon t/m Saturnus) en bovenpersoonlijke planeten |
(Uranus, Neptunus, Pluto) bevindt zich nog een kleine zwerf steen met de naam |
Cheiron. Deze in 1977 'ontdekte' planeet/komeet, met een cyclus van zo'n 50 jaar |
wordt geassocieerd met zowel asociale- als helende eigenschappen. |
Als Charon (Plutomaan) associeert hij met de sinistere kant van de mythologische |
veerman die de rivier bevaart welke de 'boven-' van de 'onder-wereld' scheidt. |
Als Chiron of Cheiron eerder met de beschaafde Centaur die zich het leed der |
mensen aan trekt en hun kwetsuren en leed verlicht door ze de kennis der kruiden |
te brengen. Mythologisch is dit de leraar van o.a. Hercules en Asclepius. |
In de Griekse mythologie is de zielengeleider en genezer Mercurius de enige god |
die tot in de onderwereld door kan dringen zonder erin verstrikt te raken. |
Zwarte Maan (Ishtar in de Akkadische mythologie) is de enige die de hegemonie |
van Pluto (Enlil) als heerser over de onderwereld aan durft te vechten. Voor alle |
andere (half)goden is het bovenpersoonlijke terrein met de zich aan zonneleiding |
onttrekkende planeten onheilspellend (vergelijk #86). |
Voor degenen die enigszins vertrouwd zijn met de psychologie kan onderstaande |
vergelijking van de psychiaters Freud en Adler verhelderend zijn voor wat betreft |
het begrip 'Zon t/m Saturnus'. Gezamenlijk omvatten deze twee nl. het terrein der |
neuroses, die voortkomen uit begeerte en hoogmoed (de twee hoofdzonden vlg. |
de van 354-430 levende filosoof en kerkvader Augustinus van Hippo). |
Bij Freud ligt de nadruk op de begeerte: Zon, het lust-principe. (Het infantiel |
zoeken naar bevrediging van onverenigbare wensen en driften die dan meestal |
hoger geacht worden dan de sociale rol die gespeeld zou moeten worden. Deze |
neuroses treffen we meestal bij de welgestelde, succesvolle, maatschappelijk |
gearriveerden aan.) |
Bij Adler ligt de nadruk op de hoogmoed: Saturnus, de machtswil, het |
de-baas-willen-zijn, het de top willen bereiken, dat we meestal aantreffen bij |
mensen die 'beneden' zijn of die zich inbeelden niet de rol te spelen die hen |
eigenlijk zou toekomen. Dit gaat dan vaak gepaard aan problemen i.v.m. sociale |
aanpassing en compensatie van de ondergeschiktheid door machtsfantasieën. |
........................................................![]() |
(De psychologenvergelijking is vnl. ontleend aan 'psychotherapie in de praktijk' van |
C.G.Jung.) |