Hart, geest, lichaam en ziel worden nu verbonden aan resp.:
Zwarte Zon, Zwarte Maan, Diamant en Priapus.
 
belegerdAfb.466
 
De 'stad van het hart' is een algemeen gangbare aanduiding van de persoonlijke
horoscoop; waar de Zon slot-voogd is en het eigenzinnige zelf naar andere
planeten verwijst. Waarschijnlijk Saturnus of onrijpe Uranus en allen die zich
onder hun heerschappij bevindenden. (Vergelijk #116 )
 
Ook de Midhemel (het hoogste punt aan de hemel tijdens de geboorte) met het
daaraan verbonden ego en persoonlijke huizensysteem kan hier echter mee
aangeduid worden. In feite is dit kasteel nl. een verbeelding van het ego dat zich
afgescheiden denkt van het collectief. Het kan dan ook met recht een lucht kasteel
genoemd worden, een fata morgana, dat in rook zal verdwijnen.
Een variant hierop toont ons bijgaande tekening, waarbij de 7 planeten der
persoonlijkheidssfeer een fonteinmuur vormen. In het hart hiervan bevindt zich de
boom der devotie waarop Priapus (pauw/prins) plaats genomen heeft. Diens
 
 
druivenvoeding (bloedrode druppels) valt hem als genade toe via een omgekeerd
hangende (eigenzinnigheid opofferende) aap. In onderstaande scroll-variant is het
de Sapientia die rechtstreeks vanuit de top begenadigend afgebeeld wordt, nu
zonder haar 'uranische' aap-voertuig, terwijl het 'kasteel' aan de onderzijde
gesteund wordt.
 
ripley scrollAfb467
 
druivenAfb468
 
Het begrip 'Zelf' wordt in het Verre Oosten gebruikt als synoniem voor het
bovenpersoonlijke; Brahman, het Grote Tau, God, bezieling. Atman en de Duistere
Moeder zijn dan synoniem voor de ziel(en).
Dit in tegenstelling tot het begrip 'zelf' (in het Westen en Midden-Oosten) dat
meestal op de ego-sfeer betrokken wordt. In de Westerse astrologie treffen we de
begrippen 'persoonlijkheid' en 'zelf' aan als aanduidingen voor de 'verschijningsvorm'
(=Ascendant, datgene wat de eerste indruk geeft op anderen, o.a. het lichaam) en
voor 'maatschappelijk aanzien' (=Midhemel, maatschappelijke rol/status/naam).
Dit zijn hier dus twee aanduidingen van de persoonlijke sfeer i.p.v. de
bovenpersoonlijke sfeer.
 
De wijze uit het Verre Oosten zal de kosmos eerder als zijn verschijningsvorm zien
en de Innerlijke Waarheid als het hoogst bereikbare, als het ware Zelf. De 'Z' die we
in MaZda tegen komen vertegenwoordigt zodoende het vaandel dat op de kruisweg
opgesteld wordt. (Vgl. noot 12, noot 14/yang, en noot 39.)
 
[Het lichaam, zoals aangeduid door de Ascendant, wordt in het Verre Oosten 'de reisgezel' genoemd.]
 
'Sommigen hebben nooit van het Zelf gehoord,
 anderen hebben er van gehoord maar kunnen Het niet vinden.
 Wie het vindt is een wonder.
 Een wonder is het wie Het verkondigt.
 Een wonder de kenner die deugdelijk onderricht is.
 Niet de geest van een middelmatig mens kan Het prediken;
 zulke mensen kunnen slechts redetwisten met elkaar.
 Maar wanneer een wijs mens spreekt, vervalt de discussie.
 Omdat het Zelf zo'n subtiele substantie is, ontglipt Het
 de menselijke geest en brengt het de fantasie op een dwaalspoor.
 Geliefde! Rationeel denken brengt geen mens tot het Zelf.
 En toch wordt Het gevonden wanneer een wijs mens Het aantoont.
 Het komt tot de mens die Het liefheeft
 en neemt het lichaam van die mens tot zijn eigen lichaam.'
  (Katha-Upanishad 1.2)
 
Met 'Geliefde' wordt van oudsher iemand aangesproken die een inwijding in de
mysteriën volgt. Christenen kiezen hier 'De bruidegom' (//Jezus Christus of
H. Geest).
Soefies gebruiken 'Beminde' als aanduiding voor Goddelijke eenwording:
 
lausselAfb.469
 
'Iemand ging naar de deur van de Beminde 
 en klopte aan.
 Een stem vroeg: "Wie is daar?"
 Hij antwoordde: "Ik".
 De stem zei: "Er is geen plaats 
 voor Mij en U." De deur werd gesloten.
 Na een jaar van eenzaamheid en gemis
 keerde hij terug en klopte aan.
 Een stem van binnen vroeg: "wie is daar?"
 De man zei: "U".
 De deur ging voor hem open.'
  (Jalal al-Din Rumi)
 
schathuisAfb.470
 
 

Vorige pagina